Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als zij u bij uw hand grepen, zo werdt gij [16]gebroken, en spleet hun alle [17]zijden; en als zij op u leunden, zo werdt gij verbroken, en [18]liet alle lenden op zichzelven staan. 16. Of, gekrookt; hen niet alleen niet ondersteunende, maar ook kwetsende en steunende. 17. Hebreeuws, zijde; of de ganse zijde. Anders: schouder; hier wordt van lenen, of leunen en steunen gesproken. 18. Hebreeuws, deedt hun alle lenden staan; dat is, gij verliet hen, liet hen staan op zichzelven, en bestaan zo zij het best konden, zonder hen te helpen of te ondersteunen, tegen uw beloften en hunne hoop of verwachting. Of aldus: En zoudt gij hun alle lenden doen slaan? dat is, staande of overeind houden.